Virtual reality is ontstaan uit het idee van uitvinder Charles Wheatstone van een stereoscoop in 1838. Een stereoscoop is een apparaat waarmee je met beide ogen beelden kunt zien. De beelden staan op zichzelf en hebben daardoor een 3D-effect. Het verschil tussen de ogen maakt het mogelijk om diepte waar te nemen. Ook de kijkgoeroes uit de jaren tachtig waren pioniers van deze moderne computersimulatie. Door de samenwerking van onze ogen kunnen we ook de diepte van de echte wereld door onze ogen zien. Elk oog neemt het perspectief afzonderlijk waar. In 1935 verscheen het boek "Pygmalion Glasses", waarin de auteur al over VR-brillen had geschreven. Het worden futuristische brillen die beelden, geluiden en smaken kunnen ervaren. Hoewel zelfs met de modernste koptelefoons nog steeds geen sprake is van geur en smaak. Morton Heilig ontwikkelde Sensorama in de jaren vijftig. Het doel is om de zintuigen te prikkelen en zo een nieuwe realiteit te creëren door beelden, geluiden en zintuiglijke waarnemingen te combineren. In 1961 werd de eerste VR-bril "Headsight" uitgevonden. Ivan Sutherland is de uitvinder van deze succesvolle nieuwe technologie. 3D-beelden zijn stereo en ook brillen hebben stereogeluid. Er wordt ook gebruik gemaakt van headtracking. De uitvinding van Sutherland was dan ook een voorloper van de VR-headsets die we vandaag de dag kennen. In 1969 werd de 3D-technologie ontwikkeld omdat 2D niet het gewenste effect van het ervaren van een realistische simulatie kon bereiken. De naam was destijds 'kunstmatige realiteit'. Pas in 1987 kreeg de technologie de naam ‘virtual reality’.